door Fausia S. Abdul, oprichter Our HERitage
Vanochtend kwam ik vroeg aan in Amsterdam, op het terrein van de nationale Keti Koti-herdenking. Voor het eerst was ik officieel uitgenodigd met een stoel dicht bij het podium. Een plek waar je alles goed kunt zien, dichtbij de sprekers, de muziek en de gezichten van het publiek. Ideaal, dacht ik.
Tot de zon zich liet zien. Niet vriendelijk en warm, maar fel en onverbiddelijk. Terwijl ik daar zat, brandde de hitte in mijn rug. Mijn stoel voelde heter dan sommige politieke situaties die zich voor mijn ogen ontvouwden.
Een podium van woorden
Er waren toespraken die recht in het hart raakten: woorden die niet alleen werden uitgesproken, maar ook gevoeld. Er waren ook momenten waarop de zinnen hol klonken, alsof ze losstonden van de geschiedenis en de emoties van de dag.
Het was eerlijk gezegd moeilijk om naar de toespraak van de minister-president te luisteren. Niet omdat het onderwerp onbelangrijk is, integendeel, maar omdat er momenten zijn waarop je voelt dat de werkelijke betekenis van deze dag niet in de woorden van een bestuurder zit, maar in de mensen die hier samenkomen.